Garage - Carrosserie Volvo en diverse andere merken

Twee miljoen kilometer, maar we doen onze Volvo niet weg

Met je eerste auto blijven rijden tot de teller op twee miljoen kilometer staat. Er zijn er niet veel die het doen, maar West-Vlaming Erik Dezittere bereikte afgelopen woensdag het magische kilometeraantal met zijn Volvo Amazon. 
 

18 december 1971 vermeldt de originele aankoopfactuur, die Erik Dezittere zorgvuldig heeft bewaard. Op die dag kocht hij bij garage Fiems in Koolskamp voor 43.750 frank een Volvo Amazon, of P130, zoals het model officieel heet. De wagen, gebouwd in 1967, was eigendom van een Gentse barones die op trouwen stond. Omdat haar verloofde de trotse bezitter was van een van de eerste BMW's besloot ze haar Volvo van de hand te doen. Dezittere, in die tijd twintig en in opleiding als militair piloot, was op zoek naar een auto om mee te pronken. ‘Ik was jong en ik wou een toffe wagen om op stap te gaan. Voor mijn eerste idee, een Ford Capri, was mijn vader niet te vinden. Hij vreesde dat een al te sportieve wagen in de handen van zijn zoon een gevaar zou kunnen zijn.' Eriks toenmalige vriendin Monique, intussen al achtendertig jaar zijn echtgenote, suggereerde naar een Volvo uit te kijken. ‘De Volvo Amazon van de buren had indruk op mij gemaakt. Het leek me een droom daarin mee te kunnen rijden.'

Een droom die dus werkelijkheid werd. Dubbel en dik zelfs, want intussen heeft de Volvo van Erik en Monique een recordaantal van meer dan twee miljoen kilometer op de teller, wat zoveel is als vijftig keer de wereld rond. Een cijfer dat niet wit op zwart van de kilometerteller valt af te lezen, aangezien die elke honderdduizend kilometer weer op nul belandt, maar Dezittere heeft het aantal omwentelingen zorgvuldig bijgehouden. ‘Aan de hand van mijn meetstaten bij mijn werkgever, zou ik het eventueel wel kúnnen bewijzen, maar ik weet zeker dat het klopt.'

Dezittere is trots op zijn auto, al heeft hij die twee miljoen kilometer nooit als een doel vooropgesteld. ‘Eigenlijk is het vanzelf gegaan. Ik ben met deze wagen beginnen te rijden en ik ben ermee blijven rijden. Als account manager leg ik per maand duizenden kilometers af, altijd met de Amazon. Tot op vandaag is het de auto die ik voor al mijn dagelijkse verplaatsingen gebruik. Ik heb hem nooit als oldtimer ingeschreven.'

In de veertig jaar dat hij hem bezit, heeft de Amazon zijn eigenaar ook nog nooit in de steek geladen. ‘De auto doet alles wat hij moet doen. Op de snelweg haal ik vlotjes 120 kilometer per uur. Ik ben er alleen mee in panne gevallen toen een steentje van een vrachtwagen in mijn radiator belandde. En zelfs dan ben ik er nog mee tot thuis gesukkeld.'

Dezittere heeft wel enkele aanrijdingen gehad – ‘maar nooit was ik in fout' – en is in 1974 één keer met zijn wagen in de vangrail beland. ‘Ik ben toen over de kop gegaan, maar er toch heelhuids uitgekomen. Als ik in een andere wagen had gezeten, was dat wellicht niet het geval geweest. De reparatie kostte me evenveel als ik voor de wagen had betaald, maar ik was zo blij dat ik het nog kon navertellen, dat ik het toch maar heb gedaan.'

Vijfde motor

In de loop der jaren heeft de wagen uiteraard ook de nodige vervangstukken gekregen. ‘Slijtage valt niet te voorkomen. Een motor gaat ten hoogste 360.000 kilometer mee, dus we zijn nu aan de vijfde motor toe. En de zesde staat al klaar.'

Ook het comfort en de veiligheid heeft Dezittere met de jaren wat verhoogd. Hij installeerde een zelfgemaakt aircosysteem – ‘in de Provence wees de thermometer ooit 64 graden aan –, veiliger oprolbare gordels en beschermkappen boven de wielen.

Nooit heeft het gezin overwogen de auto te vervangen door een modernere. Dezittere: ‘Alleen toen de dochters jonger waren, was er tijdelijk een grotere Volvo in huis. De Amazon was net iets te klein om met zijn allen op reis te gaan. Maar buiten de vakanties kwam die andere wagen de garage niet uit.'

Ook nu heeft het koppel geen plannen om de oude trouwe Volvo van de hand te doen. ‘Hout vasthouden dat ik hem niet perte totale rijd, maar ik zie geen enkele reden om hem weg te doen. Na veertig jaar trouwe dienst blijf ik hem koesteren. Dit is de auto waarin zoveel van ons leven zich heeft afgespeeld en die ons nog steeds zo goed van dienst is. We zijn eraan verknocht. Eerlijk gezegd is het mij een raadsel waarom mensen om de drie, vier jaar een andere auto willen. Iedereen doet natuurlijk wat hij wil, maar ik heb liever een karakterbak. En mijn dochters zouden het ook niet pikken. Ze discussiëren nu al over wie hem ooit zal krijgen. Het is echt een stuk van de familie.'